Prikkeldraad

Prikkeldraad markeert vaak een grensgebied. In mijn praktijk gaat het vaak over grenzen. En hoe we ze overschrijden. Grenzen zijn er in allerlei vormen en maten; van landen, van sociale aanvaardbaarheid en ook van je lichaam.

Het is belangrijk om te leren dat je grenzen ertoe doen. Zo steunde ik mijn kinderen de afgelopen weken wanneer er tijdens familiebezoek min of meer een kus opgeëist werd. “Want met feestdagen doen we dat zo”. Mijn reactie was elke keer weer; “nee hoor, zoenen doe je alleen als je dat zélf wil” en “je kunt elkaar op vele manieren met respect en aandacht begroeten”.

Zelf beland ik ook regelmatig in het prikkeldraad. Soms bewust en soms onbewust. Er zitten voordelen aan om af en toe je grenzen te verkennen. Daar is niks mis mee en je groeit er zelfs van.

Zo startte ik mijn kerstvakantie met een workshop van de Wim Hof methode, ofwel met een ijsbad. Voor iemand die ongeveer getrouwd is met haar elektrische deken, een behoorlijke stap. Toch is zo’n ijsbad een heel andere categorie dan het prikkeldraad waar ik het in deze blog over wil hebben.

Soms bestaat het prikkeldraad uit een behandeling die je moet ondergaan. De behandeling bij de tandarts is daarvan voor velen een herkenbaar voorbeeld. Als kind kreeg ik altijd van een verwonderde tandarts complimenten over mijn enorme rust en hoge pijngrens. Lang leve het mechanisme van dissociëren. Nu weet ik dat dit mechanisme zorgde dat ik wat ik moest ondergaan prima kon doorstaan. Ik had geen last van een lijf dat me in de weg zat. Dat lijf schakelde namelijk vanzelf uit.

Eerlijk gezegd verlang ik daar soms best wel weer eens naar. Risico van al die jaren lichaamsgerichte opleidingen en bijbehorende leertherapie is dat ik inmiddels heel precies kan voelen wat mijn lijf probeert te vertellen. Dat de dissociatie-knop niet meer de eerste optie in mijn brein is. Behoorlijk onhandig op z’n tijd. Het voelen van je grenzen betekent namelijk een dilemma. Wel of niet ernaar luisteren. Wel of niet iets doen met het prikkeldraad.

Mijn afspraak voor het uitstrijkje dat al een tijd op me lag te wachten was daar een mooi voorbeeld van. Heel verstandig om te doen vindt de neocortex in mijn brein. Op zich ook zo gepiept. Maar mijn lijf -aangestuurd vanuit het reptielenbrein- denkt daar wat anders over. Ik voel het straktrekken, alsof het prikkeldraad nog even een extra rondje draait. Ik voel dat er iets in mijn kaken en knieën gebeurt. De pijn, zoals ik die sinds een aantal jaren ken meldt zich.

Vroeger voelde ik dat niet. Heel handig. Scheelde een hoop gedoe ook. Op de korte termijn dan.

Jarenlang was dissociatie mijn nummer 1 overlevingsstrategie. Dat was niet zonder consequenties. Het zorgde voor chronische pijnklachten in de vorm van o.a. fibromyalgie. Nu snap ik hoe mijn lijf de in de loop der jaren opgebouwde spanning vasthoudt op diep niveau. Daarnaar durven en kunnen luisteren blijft een enorme klus. Waar ik zelf ook steun bij nodig heb. Dit zijn processen die niet bedoeld zijn om alleen te hoeven doen. Het helpt wanneer iemand je ondersteunt wanneer je vastzit in het prikkeldraad. Ook als je zelf therapeut bent.

Hoe steun het verschil kan maken bij het reguleren van de diep opgeslagen spanning in je zenuwstelsel heb ik onlangs weer ervaren. Echt luisteren, met steun van een ander, naar wat je lichaam eigenlijk zou willen als alles kon.

Toen de therapeut me die vraag stelde ging eerst mijn hoofd aan “ja maar ik zal er toch heen moeten”. Gelukkig kende ze mij al wat langer dan vandaag en wist ze mijn nieuwsgierigheid te prikkelen. Samen stonden we stil om te onderzoeken wat er nu in mijn lijf gebeurde terwijl ik het over de afspraak bij de huisarts had.

Ik kon de spanningsopbouw voelen. Ik merkte hoe de spieren in mijn benen en vooral rond mijn knieën heel goed wisten wat ze wilden. Rennen! Een sprintje trekken. “Waar zouden je benen je heen willen brengen?” vroeg ze vervolgens. Ook dat wist ik gelijk: heel ver weg! Naar het bos, tussen de bomen en struiken tussen een groep hertjes. En ineens was daar ook de humor weer beschikbaar. Ik moest heel hard om mezelf lachen. Ik zag mezelf heel hard de huisartspraktijk voorbij fietsen, al zwaaiend en de mensen die op mij wachten verwonderd achter latend.

Toen gebeurde er iets bijzonders. De spanning veranderde. De pijn zakte af en er kwamen golven van tinteling voor in de plaats. Het strakgedraaide prikkeldraad rolde uit. De energie in mijn benen kon weer stromen.

Inmiddels is de afspraak geweest. Het viel natuurlijk mee. Maar nog belangrijker, doordat ik nu ook een andere optie had dan dissociëren kon ik duidelijk aangeven wat ik nodig had. Ook heb ik mijn lijf tijd gegeven om bij te komen nadien. Het beeld van mezelf rennend naar de hertjes, nu dartelend omdat het achter de rug was had ook nu weer een effect van tintelingen in plaats van pijn. Ik kon de ontlading toelaten.   

Dit alles omdat het voor je zenuwstelsel niet uitmaakt of je het daadwerkelijk dóét of alleen mindful volgt wat je lichaam eigenlijk probeert te doen. “Vanuit de opleiding weet je natuurlijk al lang hoe het werkt” zei mijn therapeut aan het einde van de sessie waarin het beeld van het bos met hertjes voorbij kwam. “Ja” antwoordde ik “maar het is elke keer weer een verrassing om aan den lijve te ervaren dat het echt werkt”. Het ervaren zorgt voor weten op een andere laag.